En klaar is kees

8 oktober 2018 - Poilly-sur-Serein, Frankrijk

Het is alweer de voorlaatste fietsdag. Zowel vandaag als morgen hoeven we maar een klein eindje te fietsen naar onze bestemming, maar Ad heeft de eindstreep in gedachten op 750 km getrokken, dus er zal een beetje omgereden moeten worden. We beginnen inmiddels geheel vertrouwd met een ontbijt van croissant, broodje jam en kop koffie. Daarna de fietsen optuigen “et allez, vers l’avant avec la chèvre”. We gaan gelijk van de route af om de Abbey de Fontenay te bekijken. De buitenkant is aardig maar niet bijzonder  spectaculair. De binnenkant kun je voor 16 euro bekijken, maar daar hebben wij na 10 minuten fietsen nog geen zin in. Eerst een uurtje lekker warm trappen en een kopje koffie scoren. Langs het Canal fietst het vlotjes en schieten we eigenlijk te snel op. Even het boekje raadplegen of er nog bezienswaardigheden in de buurt zijn die een omweg waard zijn. Yep, we komen langs Buffon waar een 250 jaar oude smederij te zien is. We nemen de afslag naar het stadje dat pal aan de route ligt, fietsen in 6 minuten 500 meter à 10% omhoog, maken een bocht van 180 graden en staan binnen een minuut weer bij de afslag beneden zonder een oude smidse gezien te hebben. Het boekje nogmaals gelezen, het moet hier toch echt zijn, we zullen de uitgever een mail sturen, en maar weer door. Na een kilometer komen we bij een uitgegraven zijtak van het riviertje bij een enorm bouwwerk, La Grande Forge de Buffon, daar is ie dan. Langs de route zien we voorbij Perrigny-sur-Armancon een paar krijtrotsen en even verderop bij Ravières een 17e eeuwse lavoir die met tralies is afgesloten. Het wordt gezien de inrichting en foto’s aan de muur nog gebruikt voor baptise ceremonies. Iets verder fietsend komen we een vader en zoon tegemoet die stoppen bij een afgemeerde boot. Interessanter is echter de doos die ze meevoeren, wat overduidelijk een exemplaar van de warme bakker is. En gezien de zorgvuldigheid waarmee de doos recht gehouden wordt, moet de inhoud iets met slagroom zijn. Dat betekent gebak en jawel hoor, na de volgende bocht zien we de afslag Cusy en 200 meter verder vinden we de bakker. Wat een treurnis, er liggen nog vier croissants en één hele vruchtentaart in de vitrine. Nee, geen gebakjes of lekkere koeken helaas. Gedesillusioneerd verlaten we de winkel, gebak zit er deze vakantie blijkbaar niet in. We fietsen naar de plaatselijke bar een eindje verderop en zitten voor de zoveelste keer achter een niet aangeklede café au lait, best lekker, maar een beetje kaal.

En voort gaat de tocht, nu naar het lavoir van Chassignelles dat direct aan het Canal moet liggen. Bij de bewuste afslag kijken we links en rechts, geen lavoir. Dan maar een foto van die muurschildering daar. Hé, kijk nou, dat is het lavoir. Dan nog even afslaan naar Ancy-le-Franc om het kasteel in klassiek Italiaanse renaissancestijl te bewonderen waar ze 76 jaar aan gebouwd hebben. En dan is daar alweer de afslag naar Pacy-sur-Armancon waar we onze mini etappe vandaag beëindigen. Met de ommetjes hebben we de 35 km toch nog tot 55 km weten te verlengen, maar het blijft peanuts. Het hotel heeft een prima kamer en een garage voor onze fietsen. We snoepen overdag te weinig en kunnen nauwelijks wachten op een nette (Franse) tijd om het avondmaal te beginnen. We kiezen voor de fondue Bourguignon en krijgen een enorme bak biefstukjes voorgezet met heerlijke sausjes. Voor de show eten we ook een paar frietjes en een blaadje sla, maar jongens wat is dat vlees met die sausjes lekker. Terwijl Marianne alvast het bed keurt en binnen 5 minuten ligt te ronken, kijkt Ad nog even naar CNN nieuws om al even vlot in slaap te vallen. Excuses aan de trouwe volgers van ons blog, deze komt een dag later.

- - -

Het is nog maar een klein stukje fietsen naar het laatste vakantieadres waar de auto op ons wacht. De kortste route meet nog geen 20 km, dus we maken een ommetje. “Maak het nou niet te gek”, waarschuwt Marianne bij voorbaat. Ook zij heeft inmiddels in de gaten dat zodra je hier van de rivier weg fietst, dat onmiddelijk klimmen betekent. Alleen bij Escher stroomt water omhoog. We volgen de rivier tot aan Tonnerre, een wat grotere stad, omdat we daar na 25 km een koffiestop in gedachten hebben. Op het laatste stukje langs het Canal verbazen we ons over een domme reiger. Steeds wanneer wij naderen vliegt hij weg om 100 meter verderop te landen. Om even later opgeschrikt door onze nadering weer 100 meter verderop te gaan zitten. En opnieuw, en opnieuw, en opnieuw. Pas na een keer of vijf, zes bedenkt ie dat hij beter aan de overkant kan landen om ons te vermijden. Een paar kilometer verder treffen we hem opnieuw. Of een soortgenoot misschien, ze lijken erg op elkaar die reigers. Dit is zo’n beetje de enige afleiding, want verder is er weinig te zien. Na ruim een uur fietsen is het nog steeds fris. We vertrokken met 12 graden en dat is het nog steeds. Een dik laaghangend wolkendek houdt de zon voorlopig nog weg, ondanks de zonnige voorspelling. We zijn dus blij dat we in Tonnerre vlot een barretje vinden voor de koffie, even lekker opwarmen. Het lokaal zit vol mannen die volgens ons voldoen aan de typering arme sloebers. Ze hebben allemaal papiertjes in de hand en volgen de tv, naar het schijnt een live trekking van een loterij. Na het hoogtepunt dat met luide verzuchtingen gepaard gaat, worden de resterende dan wel de gewonnen euro’s ingeruild voor krasloten. Het lijkt ons een stressvolle dagtaak, een soort aandelenhandel voor de gewone man. De koffie die we voorgezet krijgen voor 1,50 euro is absoluut één van de betere die we deze vakantie gedronken hebben.

Dan wordt het tijd om het Canal te verlaten en worden we meteen getrakteerd op een fijne klim, zo’n 3 km klimmen tegen 3 à 4%. Daar warm je lekker van op, maar helaas is het uitzicht niet wat we hoopten door de heiige lucht. Heiig is verminderd zicht door uiterst kleine deeltjes vaste stof in de lucht. Het voelt vochtig aan, dus waarschijnlijk had ik beter nevelig of mistig kunnen schrijven, foutje. Na een stukje vlak krijgen we nog een klim van een kilometer of twee, waarbij plots de zon doorbreekt en het met het klimmen opeens wel erg warm wordt. “Ik kan nog 31 km met de accu”, roept Marianne als antwoord op een niet gestelde vraag. “Gelukkig, het is nog maar 30 km”,  denkt Ad vervolgens hardop. Dan volgt de mooiste afdaling van de hele ronde. Een brede overzichtelijke weg zonder kruisingen of scherpe bochten van een kilometer of vijf met een paar procent daling. In het zonnetje! In Chablis nemen we nog een kopje koffie voordat we de laatste kilometers naar het begin- tevens eindpunt van de ronde aanvangen. Ad wil de omweg, Marianne de korte. We besluiten de middenweg te kiezen. Halverwege ziet Ad een mogelijkheid om Marianne tegemoet te komen via een shortcut, maar die is eerst een stukje off-road. Goed te fietsen, zo lijkt het, dus vooruit maar. Het onverharde pad met brede bandensporen verandert steeds meer in een onherkenbaar pad over een weiland, dat ook nog eens steeds steiler omhoog loopt. In de sportstand komt de e-bike er slechts met moeite door en Ad z’n motortje tikt tegen de 200 toeren/min. Na een laatste afdaling komen we bij het bordje van Poilly-sur-Serein onze gastvrouw tegen die even op de racefiets naar Chablis op en neer gaat voor een paar boodschappen. Ach ja, langs de Serein is het maar 20 minuten. Goed dat Marianne dat niet gehoord heeft.

Op de laatste vakantiedag, moeten we natuurlijk evalueren wat uitstekend bevallen is en we een volgende keer net zo willen doen en waar we minder enthousiast over waren. Allereerst het fietsen zelf. Dat is een heerlijke bezigheid, alle tijd om te dagdromen (leuk) en te fantaseren (nog leuker). Het weer heb je natuurlijk niet in de hand, maar kun je middels het jaargetijde en de streek waar je fietst een beetje beïnvloeden. Wij zijn weliswaar mooi weer fietsers, maar hebben het liever niet bloedheet. Dat was deze vakantie prima geregeld, met een beetje geluk. Dan de route die je kiest. Dat is een lastige keuze. Waar we beiden alles boven 8% bergop vervloeken, is de één boven alles vergeten (viel best mee) en denkt de ander “dit nooit meer”. Steil naar beneden is het overigens hetzelfde verhaal. Het regelen van onderdak moet bij voorkeur daags tevoren gedaan worden. Het niet weten waar je ‘s avonds slaapt geeft stevast spanning die de één juist leuk vindt, maar de ander helemaal niet. De irritatie hierover is nutteloos en vergalt het vakantieplezier. Dan het gezelschap waarmee je op pad gaat. Wij zijn nu een paar keer met ons tweeën en met Hans & Renée op de fiets gestapt. Een vergelijking is zinloos, maar levert de volgende bevindingen. Met z’n tweeën eten we minder gebak, hebben minder plaspauzes, ligt het tempo nagenoeg gelijk evenals de afstanden, geeft het zoeken van onderdak ietsjes meer gedoe, krijgen wij altijd de mooiste kamer, missen we het gemak van een reisleider, is Marianne minder volgzaam, is er minder leuks voor het blog, rijden we nooooit verkeerd, moet Ad driekwart van de fles wijn voor zijn rekening nemen, ontbijten we voordat we op pad gaan en missen we de gezelligheid van onze fietsvrienden enorm.

Het is een heerlijke vakantie geweest. We hebben enorm geluk gehad met het weer, geen enkele pech met de fiets (afgezien dat ie bergop vrij zwaar trapt), prima adressen voor onderdak met allemaal vriendelijke eigenaren, steeds lekker gegeten en een paar keer overheerlijk, een vrij makkelijke route die niet echt spectaculair was maar best aardig om een keer te doen en we hebben lekker bijgetankt. Bij het vertrek hebben we gevraagd om bij terugkeer de maaltijd te kunnen gebruiken en daar heeft het echtpaar echt werk van gemaakt. Morgenochtend nog een ontbijtje en dan is richting Nederland toeren. De fietsen staan al achterop de auto met het spatbord vastgebonden. De 740 km van de fietsroute doen we dan in één dag met de auto. Maar we maken geen 4000 hoogtemeters.

Foto’s

1 Reactie

  1. Joske:
    9 oktober 2018
    Wat een lekker verhaal weer, een echte afsluiter voor ons als mee genieters. En die gemiste gebakjes moeten jullie maar snel een keer komen inhalen bij ons. Veilige terugreis en tot snel xx