We fietsen vrolijk verder!

23 april 2018 - Kall, Duitsland

Maandag 23 april. De inspanningen van de eerste dagen eisen hun tol, bedenk ik me als ik zoals gebruikelijk op fietsvakantie er ‘s ochtends even rustig voor ga zitten. Zowel gisteren als eergisteren èn ‘s ochtends èn ‘s avonds moeten poepen. Het lijf zegt blijkbaar: Ad, die kilo’s ga ik niet meezeulen, die moeten er af, d’r uit. Niet dat ik er tijdens het fietsen iets van merk hoor, 135 kilo omhoog trappen blijft een hele onderneming. Daar doet Marianne met 115 kilo niet veel voor onder. Ik heb naar ‘t schijnt zware botten, zij een zware fiets en de meeste bagage!

We hebben heerlijk geslapen in ons hutje. Jammer dat we het riviertje niet konden horen, net te ver weg. Joske zoekt wel even op hoe die heet :-)  Het heeft vannacht geregend, dus (Lennart let op) Marianne had een prima plan met het huren van de cabin. De verwachting is dat het vandaag een bewolkte dag is, wel droog en met 16 graden prima fietsweer. We gaan het wel zien. We beginnen weer met een paar klimkilometers over een betoverend mooi bospad langs het stroompje waarvan Joske de naam inmiddels weet. Wow, echt prachtig en het zandpad met af en toe een kuil nemen we voor lief. Als je een rondje fietst is het fijn om te bedenken dat elke meter die je omhoog fietst, je ook weer moet dalen om op hetzelfde punt uit te komen, maar vooralsnog merken we daar niets van. We hebben op school geleerd dat de Eifel een gebergte is, maar in dit gedeelte doet het niet echt bergachtig aan. Het lijkt meer een glooiende hoogvlakte met hele lange stukken omhoog die nu wel de 6, 7 en 8% halen en af en toe een stukje van 10%. Oh nee, niet onder de 5 km/u komen, dan kun je net zo goed gaan lopen. In dit tempo heb je alle tijd om overstekende torren voorrang te verlenen. Ook weer zo’n prakkiseer dingetje als je niet over serieuze zaken hoeft na te denken: waarom steken torren altijd dwars over? Ik heb nog geen tor gezien die niet haaks op de weg loopt. Zou dat genetisch bepaald zijn? Vrolijk fluitend fietst Marianne mij voorbij. Die heeft natuurlijk zo’n lekkere muesli reep gegeten voor extra energie. Ik val terug op het tellen van de pedaalslagen om mezelf moed in te pompen. Nog 300 trappen tot de top, 200, 100...., ach, opnieuw 300. De wetenschap dat je dit vrijwillig doet maakt het niet makkelijker, maar behoed je wel voor zelfmedelijden. De benen gaan nog wel, maar de adem begint op te raken. Ik moet nou toch echt stoppen met roken! Ach, dat deed ik drie jaar geleden al, maar misschien wel dertig jaar te laat....

Het is maandag, dus veel rustiger dan gisteren, wat Marianne betreft iets te rustig. “Ik vind het prettig als ik af en toe iemand zie, maar nou fietsen we al een uur en hebben nog geen mens gezien” probeert M het doemscenario mij in een verlaten bos de laatste adem te zien uitblazen onder mijn aandacht te brengen. Ad fietst vrolijk door, enigszins onbeholpen hoe hier nu weer op te reageren zonder alle positieve bij-effecten die zo’n scenario kan hebben in het zonnetje te zetten. Over zonnetje gesproken, die breekt zomaar door waarmee de temperatuur gelijk naar 18 graden oploopt, heerlijk toch. “We boffen echt met het weer” zegt Marianne, alsof ik dat niet in de gaten zou hebben met het zweet op de rug. En we doen het nog wel kalm aan, genietend van het natuurschoon en de rust. Gisteren kwamen we onderweg een Nederlands stel tegen die met de camper hier naar toe gereden zijn om een rondje te fietsen. Zij was daarbij haar tasje verloren met portemonnee, paspoorten, rijbewijs, pinpas, kortom alles van waarde. Zat onder de snelbinders en dan over hobbelige paadjes fietsen.... Ze hadden net gehoord dat het op een politiebureau 50 km verderop was afgegeven. Dan hebben wij het beter geregeld; alles van waarde hebben we thuis gelaten: kinderen, kleinkinderen, fototoestel,.....

Hoezee, we fietsen de route in de goede richting, eerst klimmen, dan dalen. Wat een heerlijkheid minstens 5 km lang met 2 à 3% naar beneden suizen, geen verkeer, gladde weg, super! We drinken koffie met wat lekkers in Dahlem en vanwege de verjaardag van Mika een uurtje later nog een keer koffie met lekkers in Blankenheim. Marianne hangt voor de zekerheid even de batterij aan de stroom, je weet maar nooit of Ad nog een toeristische route in gedachten heeft. Op weg voor het laatste stukje van vandaag stoppen we even om op de GPS de logies mogelijkheden te bekijken. Een voorbij rijdende auto stopt even voor ons. Het blijkt een Duitser met Engelse manieren: “Kan ik u misschien helpen?” en hopla, daar ligt een plattegrond van de omgeving al over de motorkap. Nee, een camping weet hij niet te noemen, maar even verderop is wel een mooie vlindertuin. Helaas is april nog te vroeg voor vlinders. Nog iets verder kun je ook nog een Romeinse watergang vinden die vroeger het water tot naar Keulen voerde. Terloops informeert de vriendelijke baas naar onze herkomst. Als hij hoort dat wij uit Nederland komen biedt hij namens de hele Duitse natie verontschuldigingen aan omdat wij 75 jaar geleden zo slecht behandeld zijn. In één adem gaat hij door met het verwensen van buitenlanders,  met name islamieten, die in Duitsland niets te zoeken hebben. Duitsland voor de Duitsers, het kan verkeren. We fietsen nog een laatste stuk langs de Urft, alweer prachtig, om in Kall uit te komen. Een redelijk grote plaats waar bij gebrek aan campings in de buurt wel een b&b of hotel gevonden kan worden, zo vermoed Ad. Hij maakt opnieuw een verkeerde inschatting dat Marianne het leuk vindt, dat spannende gevoel niet weten waar je uitkomt. Het loopt allemaal los, we vinden een hotel, drinken een biertje, douchen en lopen een kwartiertje naar een pizzeria/imbiss waar we heerlijk, maar veel te veel eten. Gauw even het blog uploaden en dan lekker in bed tv kijken. Oh ja, eerst nog even de pot op. Morgen verder.

Foto’s

2 Reacties

  1. Hans:
    23 april 2018
    Met zo’n bord pasta achter de kiezen vlieg je morgen de bergen op Ad !! En met al die training over een weekjes de Rocacorba ?
  2. Joske:
    23 april 2018
    Nou is het net of ik altijd voor reisleider speel, maar zie het meer als het optimaal meegenieten en interesse tonen in de achtergrond informatie.
    Maar inderdaad, mocht iemand het net als ik interessant vinden om te weten, de rivier naast de camping is helaas geen rivier, maar slechts een beek. Maar dan wel één met een naam, namelijk Plastiß beek.
    Dat beeldend schrijven levert hier inmiddels hilarische lachsalvo's op. Vooral de kids zijn echte beelddenkers. Eerst komt oma in haar blootje voorbij, dan zit opa twee keer per dag te poepen. En dan ook nog slapen in een ei; dat kan tóch niet. Dit blog meelezen is (bijna) minstens net zo fijn als de reis zelf.
    Oja, het fietsen met de kids is ineens levensgevaarlijk geworden, ze kijken alleen nog maar naar de weg of de Nederlandse torren hetzelfde gedrag vertonen als hun Duitse soortgenoten.