Langs de Loire die we nauwelijks zien

2 oktober 2018 - Paray-le-Monial, Frankrijk

Als Marianne om half acht naar buiten wipt om een sigaret te roken is het 6 graden. We hoeven dus geen haast te maken om de hitte voor te zijn. Om negen uur zitten we aan het ontbijt met zelfgemaakte jam en heerlijke bloemenhoning. Ondertussen vertelt de gastvrouw dat hun hele toko te koop staat (voor 6 ton, zag ik op internet) en dat zij van plan zijn opnieuw te beginnen in de Franse Pyreneeën een eindje onder Perpignan. Er zijn twee potentiële gegadigden om dit domaine te kopen. De één is een persoon uit het dorp alhier en de andere is een Duitse familie met 3 kindertjes van 2, 4 en 6 jaar en een hond, die al 10 weken in een caravan op de camping verblijven in de hoop op een goede afloop. De prijs is vast, degene die het eerste de financiering rond heeft, wint de koop. We nemen de yoghurtjes mee voor onderweg want we zitten vol van de croissant en stokbroodjes. Vanavond zal blijken dat we wederom de hele dag op een banaan geleefd hebben. We tuigen de fietsen op en krijgen aanmoedigingen van de gastvrouw en een waarschuwing van de gastheer: bij Cronat is het echt heftig klimmen. Zij moeten de laatste 100 meter altijd lopen. Vol goede moed gaan we op pad en komen na een paar kilometer in de buurt van de beruchte bult: 500 meter à 4% en de laatste 100 meter 5%. De campingeigenaars zeiden al dat ze meer wandelaars dan fietsers zijn, dus dat zal in de Pyreneeën waarschijnlijk alleen wandelen worden.

Als we om tien uur op de fiets stappen is het 10 graden. De korte broek kan nog net, maar het jack met lange mouwen moet over het zweetshirt. Na Cronat krijgen we nog een aantal op-en-neertjes waar we niet echt moe van worden, steeds een paar honderd meter tussen 4-6%, wat het dagtotaal op een magere 350 hoogtemeters zal brengen. Niet indrukwekkend dus en zeker aan het begin van de dag net lekker om een beetje warm te worden. We hebben geen tent en kampeerspulletjes bij ons, dus dat scheelt ook 5 kilo. Hoewel,..... die buik van Ad lijkt wel 5 liter in omvang toegenomen vergeleken met vorig jaar. Nu weegt 5 liter C2H5OH iets minder dan 4 kg, dus toch een kilo gewonnen. Bij Cronat fietsen we op ons gemak over de landelijke Champ Poulard en komen op meer dan 10 km niet één auto tegen. Waarom ze deze weg ooit aangelegd hebben? Voor de zekerheid vraag ik Marianne of ze het nog naar haar zin heeft, want we fietsen nog steeds van de auto weg, dus de weg terug wordt ook steeds langer. Na het geruststellende “doorfietsen” naderen we Bourbon-Lancy en gaan op zoek naar koffie. We vinden een Aziatisch restaurant waar ze al druk bezig zijn om het avondeten te garen als we op de geuren afgaan. Ze schenken alleen espresso, maar Marianne krijgt er een mooie toef slagroom op. Hij smaakt prima en we nemen er nog één. We hebben ondertussen ervaren hoe mager de koffietentjes langs onze route gezaaid zijn. De volgende stad van enige omvang is Diou over 15 km, maar daar gaan we ruim omheen. En dan weer 20 verder komen we in Digoin, dus dat is mooi voor de lunch (banaan).

De meest prominente bezienswaardigheid in Digoin is het aquaduct, waar het Canal Latéral over de Loire wordt geleid. Het is verder een saaie industriestad, zo lijkt het ons tenminste, dus we fietsen maar gauw door. Voor het eerst treffen we vandaag enkele fietsers mèt bagage die blijkbaar ook een meerdaagse tocht rijden. Naast vriendelijk zwaaien reageert niemand op Marianne’s uitnodigende “Hallo, lekker aan het fietsen?” Dat zwaaien viel ons al eerder op bij de mensen op langsvarende bootjes. Alsof ze voor het eerst sinds maanden weer levende wezens zien. Uiteraard zwaaien wij vriendelijk terug. Wij zijn niet te beroerd om Nederlanders als een uitermate vriendelijk volkje op de kaart te zetten. Het laatste stuk naar Paray-le-Monial is vlot afgelegd en doet ons even aarzelen om door te fietsen. We gaan toch maar op zoek naar het eerder op Booking gevonden logeeradres. We worden echter een eindje de stad uit gevoerd, langs het weinig aantrekkelijke Comfort Hotel en het B&B Hotel en we worden over de N79 het achterland ingestuurd om ergens in niemandsland B&B Roseland te vinden. Het lijkt ons nix en we fietsen terug naar het centrum. Daar vinden we in Hôtel de la Basilique een kamer die ons prima bevalt. Na het douchen, waarbij opvalt dat we al aardig gekleurd zijn, en een uurtje horizontaal vertier, gaan we de stad in voor een biertje en het zoeken naar een gelegenheid voor de warme hap. Het wordt de lokale Italiaan en zowel de spaghetti als de cappuccino met een halve liter slagroom smaken geweldig.

Morgen is de vijfde fietsdag van de tien die we maximaal hebben, dus moeten we terdege rekening houden met de weg terug. De bedoeling is nog 50 km naar het oosten te fietsen tot aan Cluny. Vanaf Paray hebben we geen mooie fietsroute kunnen vinden, maar het kan zomaar zijn dat we morgen toch een leuk reisverslag zullen schrijven.

Foto’s